Bodemdieren zoals pissebedden, regenwormen en naaktslakken zijn niet de aaibaarste dierensoorten. Maar ze zijn onmisbaar voor een gezonde bodem en de ontwikkeling van de natuur in stad en land. Daarom willen ecologen graag dat mensen vanaf vrijdag bodemdieren in hun omgeving gaan tellen. Het is de vijfde keer dat de nationale Bodemdierendagen worden georganiseerd.
De aantallen en soorten bodemdieren die worden gevonden, zeggen iets over de gevolgen van droogte en klimaatverandering, aldus de organisatoren. Zo werden er in het natte najaar van 2017 veel spinachtigen geteld. In het hete en droge 2018 waren er juist opvallend veel pissebedden en weinig naaktslakken. Op de lange termijn geven de jaarlijkse tellingen inzicht in veranderingen in de natuur, zeggen het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en het Centrum voor Bodemecologie (CSE).
Om het tellen makkelijker te maken zijn de bodemdieren onderverdeeld in tien hoofdsoorten. Een hoofdsoort is bijvoorbeeld de mol, veruit het grootste bodemdier in Nederland. Elke hoofdgroep is onderverdeeld in aparte soorten voor degenen die meer werk willen maken van het tellen. Zoeken naar bodemdieren kan overal waar natuur is. Voor kinderopvangcentra en scholen zijn er aparte lespakketten gemaakt. Op bodemdierendagen.nl zijn allerlei afbeeldingen te vinden van onder meer soorten wormen, miljoenpoten en kevers. De actie duurt tot en met 7 oktober.