Veel mensen zijn op zoek naar een fijne, betaalbare (huur)woning die past bij hun wensen en situatie. De oplossing daarvoor kan deels liggen in het beter benutten van de bestaande woningvoorraad. Dit schrijft minister Ollongren aan de Tweede Kamer. Ook helpt een betere afweging bij het vinden van een geschikte en betaalbare woning; daarom komt er na het zomerreces een convenant om aanvangshuurprijzen in de vrije sector transparanter te maken.
Woonkansen en betaalbaarheid
In de bestaande woningvoorraad is volgens minister Ollongren betere benutting goed mogelijk.
Ollongren: “Zo zou je het bijvoorbeeld mogelijk kunnen maken dat meerdere huishoudens één woning of woonruimte met voorzieningen kunnen delen. Dit levert voor meer mensen betaalbare woonruimte op. En als ouderen verhuizen van een grote eengezinswoning naar een geschikt appartement, kan een jong gezin de achtergelaten woning overnemen. Ook levert (bij)bouwen op bestaande kavels en splitsing van bestaande woningen extra woonmogelijkheden op. Hierbij is het belangrijk dat er ruimte is voor lokaal maatwerk.” De minister presenteert met het onderzoek ‘Beter benutten bestaande woningbouw ’ van Platform 31 inspirerende voorbeelden voor gemeenten, woningcorporaties en marktpartijen.
Minister Ollongren wil samen met verhuurders meer transparantie creëren over de aanvangshuurprijs in de vrije sector. Voor huurwoningen in de vrije sector geldt het woningwaarderingsstelsel en de daarmee bepaalde maximale huurprijsgrens niet. Daarom willen partijen nu meer duidelijkheid scheppen voor huurders wat ze krijgen voor de te betalen huur. Zo kunnen potentiële huurders goed geïnformeerd afwegen of ze de woning daadwerkelijk willen en ook kunnen huren. Een convenant hierover met verhuurders wordt na het zomerreces verwacht.
Evaluatie wet doorstroming huurmarkt
Sinds 1 juli 2016 geldt de Wet doorstroming huurmarkt 2015. Deze wet introduceerde generieke tijdelijke huurcontracten en nieuwe doelgroepencontracten. Doelgroepencontracten zijn bijvoorbeeld bestemd voor jongeren, promovendi en grote gezinnen. Deze tijdelijke huurcontracten zouden ervoor moeten zorgen dat meer woningen tijdelijk verhuurd kunnen worden. De verwachting was dat dit zou leiden tot een betere doorstroming en een groter huurwoningenaanbod. Uitgangspunt bij de ingang van de wet was dat huur voor onbepaalde tijd de norm zou blijven.
In de praktijk blijkt dat het gebruik van generieke tijdelijke huurcontracten door particuliere verhuurders in populaire woongebieden de afgelopen jaren flink is toegenomen. Tijdelijke huurcontracten zorgen voor verhuurders voor de gewenste flexibiliteit en voor huurders geeft het zekerheid tot wanneer de overeenkomst loopt. Ook hebben huurders huurprijsbescherming bij dit type contracten. Voor mensen die tijdelijk een woning nodig hebben terwijl ze wachten op het vrijkomen van permanentere woning biedt dit type contract uitkomst. Denk aan doorstroom naar een nieuwbouwwoning die later dan gepland opgeleverd wordt. Ook voor mensen die met spoed een woning zoeken, biedt dit type contract een uitkomst. Bijvoorbeeld na een scheiding, bij uitstroom uit een opvanglocatie of in een situatie waar dakloosheid dreigt.
Een groter aanbod van huurwoningen is volgens de evaluatie niet eenduidig te herleiden naar de wet. Er zijn ook ongewenste neveneffecten. Deze zijn niet volledig aan de wet toe te schrijven, maar hangen er wel mee samen. Het gaat om het onwettelijk opnemen van een minimumduur in het contract, snellere stijging van de huurprijzen en negatieve effecten op leefbaarheid in wijken door snellere doorstroom van huurders. Doelgroepencontracten worden vooral door woningcorporaties ingezet. Huurders en verhuurders beoordelen dit type contract positief.