Zo’n 80 procent van de Amsterdamse huishoudens moet in 2030 hun elektriciteit kunnen putten uit zonne- en windenergie. Dat staat in de plannen van het stadsbestuur over waar en hoe in de stad duurzame energie kan worden opgewekt. Zo gaat de gemeente in zeven gebieden kijken of daar windmolens kunnen komen en moet geen dak onbenut blijven, staat in de conceptversie Regionale Energie Strategie (RES) voor Amsterdam.
De hoofdstad komt als eerste gemeente in ons land met deze zogeheten RES, die is afgesproken in het landelijke klimaatakkoord. “Als gemeente willen we zoveel mogelijk duurzame energie opwekken”, licht duurzaamheidswethouder Marieke van Doorninck (GroenLinks) toe. “Juist omdat Amsterdam niet in zijn eigen energiebehoefte kan voorzien en dus leunt op de regio, wil ik de mogelijkheden die er zijn voor wind en zon zoveel mogelijk benutten. Om te zorgen dat Amsterdammers ook mee kunnen profiteren streven we ernaar om minstens 50 procent van de productie van schone energie eigendom te laten zijn van lokale energiecoöperaties van burgers of bedrijven.”
De schone energie is behalve voor woningen ook nodig voor bedrijven en het opladen van elektrische voertuigen. De gemeente wil in 2030 al de helft van het aantal geschikte daken in de stad inzetten voor het opwekken van energie. In eerste instantie wordt gekeken naar grote daken. Maar de gemeente denkt ook aan het plaatsen van zonnepanelen op onder meer park-and-ridelocaties of langs taluds, geluidsschermen en metrostations of op braakliggend terrein.
Daarnaast moet het voor de inwoners zo eenvoudig mogelijk worden om op hun eigen dak energie op te wekken met zonnepanelen. “Nu geldt nog dat de gemeente bezitters van grote daken alleen faciliteert”, zegt de wethouder. “Maar uiteindelijk moet iedereen meedoen.”