Investeerders en toezichthouders moeten veel strenger toezien op mogelijke ‘groene fraude’. Dat is fraude met duurzaamheidsdata, de gegevens die inzicht geven in de mate waarin bedrijven met hun bedrijfsvoering het milieu belasten. Met die waarschuwing komt accountantsorganisatie KPMG.
“De beloningen voor ondernemingen om de gegevens rooskleuriger voor te doen dan zij in werkelijkheid zijn, worden steeds groter”, merkt Wim Bartels, partner bij KPMG en deskundige op het gebied van duurzaamheidsverslaglegging.
Volgens hem neemt de aandacht van bijvoorbeeld banken voor groene bedrijfsleningen steeds verder toe. “De invoering daarvan zal zorgen voor toenemende druk op ondernemingen om te laten zien dat zij duurzaam bezig zijn, ook omdat de informatie in jaarverslagen zal moeten worden opgenomen en dus de reputatie ten opzichte van concurrenten kan beïnvloeden. Dit vergroot de kans op het verstrekken van bewust onjuiste informatie over de groene prestaties.”
In de praktijk zijn er volgens Bartels veel mogelijkheden voor groene fraude bij bedrijven. “Definities en meetmethoden zijn nog niet zo gestandaardiseerd als in de financiële wereld. Dat zien wij dagelijks al voor CO2-emissies bijvoorbeeld. En in tegenstelling tot financiële informatie en transacties bestaan er bij bedrijven nauwelijks checks op de informatie die zij rapporteren, zoals interne controles.”
In april pleitte de Autoriteit Financiële Markten (AFM) al voor meer transparantie op de markt voor duurzame obligaties. Met die obligaties investeren beleggers in duurzame projecten. Denk bijvoorbeeld aan leningen voor duurzaam vastgoed of de verduurzaming van openbaar vervoer. In de ogen van de de toezichthouder is het belangrijk dat bij de uitgifte van dit soort schuldpapier ‘greenwashing’ wordt voorkomen. Dat is als bedrijven of organisaties zich groener of maatschappelijk verantwoordelijker voordoen dan ze daadwerkelijk zijn. De financiële waakhond kon niet aangeven of dit laatste op grote schaal gebeurt.