Verordeningen en het omgevingsplan

14 december 2023 Omgevingsrecht, Omgevingswet

Tekst uit Infographic:

Schulinck Omgevingsrecht

Verordeningen en het omgevingsplan

4 verschillende groepen

1. Verordeningen die vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet automatisch onderdeel worden van het omgevingsplan van rechtswege
2. Regels uit verordeningen die de gemeente niet mag opnemen in het omgevingsplan
3. Regels uit verordeningen die de gemeente moet opnemen in het omgevingsplan
4. Regels uit verordeningen die de gemeente mag opnemen in het omgevingsplan

Daarnaast heb je verordeningen die de gemeente moet aanpassen aan het stelsel van de Omgevingswet en de daarin opgenomen terminologie, instrumenten en juridische grondslagen. Bijvoorbeeld: de legesverordening

1. AUTOMATISCH in het omgevingsplan (van rechtswege, tijdelijk deel)

Artikel 4.6 lid 1 (onder d, e en f) Invoeringswet Omgevingswet

Het gaat over de regels uit:

1. Archeologieverordening (artikel 38 lid 1 Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet)
2. Geurverordening (artikel 6 Wet geurhinder en veehouderij)
3. Hemelwaterverordening afvoer regen- en grondwater (artikel 10.32a Wet milieubeheer)

To do:

Opnemen in het nieuwe deel van het omgevingsplan.

Aanpassen van deze regels na 1 januari 2024 is alléén mogelijk met een wijziging omgevingsplan

! Andere groepen

Het is lastig te bepalen wat precies onder groep 2 t/m 4 valt. De artikelen bieden ruimte voor interpretatie.

2. MAG NIET in het omgevingsplan

Een regel uit een verordening mag niet worden opgenomen in het omgevingsplan als:

1. Deze buiten de reikwijdte van de fysieke leefomgeving ligt (artikel 1.2 en 1.3 Ow)
2. Deze op grond van een bijzondere wet uitputtend is geregeld (artikel 1.4 Ow)
3. Deze in artikel 2.1 lid 2 Omgevingsbesluit staat

Waar gaat het over?

Regels over:

1. een ander onderwerp (bijvoorbeeld sociaal domein)
2. een ander motief (openbare orde en veiligheid)
3. die in bijzondere verordening moeten blijven staan.

To do: Niks.

Let wel op de samenhang. Veel onderwerpen kennen regels met verschillende motieven (bijvoorbeeld: ruimtelijk vs. openbare orde).

3. MOET in het omgevingsplan

Artikel 2.7 Omgevingswet”In ieder geval” 2.1 lid 1 Omgevingsbesluit EN instructieregels Rijk of provincie

Waar gaat het (in ieder geval) over?

Regels over activiteiten die onderdelen van de fysieke leefomgeving wijzigen. Wat valt hieronder? Activiteiten door de mens die ingrijpen in de leefomgeving en een tastbare, blijvende verandering tot gevolg hebben. Denk aan: bouwen, kappen van een boom, wijzigen van een monument.

Dit zijn dus NIET per se:

• Regels over gebruik van de fysieke leefomgeving
• Regels over veroorzaken van emissies, hinder en risico’s

Instructieregels van Rijk of provincie kunnen wel reden zijn dat een regel toch MOET worden opgenomen in het omgevingsplan.

TO DO:

• Verplaatsen naar het nieuwe deel van het omgevingsplan voor 31 december 2031.
• De regels kunnen in de overgangsfase nog worden gewijzigd.

Artikel 22.4 Omgevingswet bepaalt dat deze verordeningen niet van rechtswege vervallen tijdens de overgangsfase naar een nieuw omgevingsplan. Artikel 22.8 Omgevingswet bepaalt dat een Wabo-omgevingsvergunningplicht na inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt aangeduid als omgevingsvergunningplicht als bedoeld in artikel 5.1 Omgevingswet.

4. MAG in het omgevingsplan

Restcategorie.

Waar gaat het over?

De verordeningen die niet in groep 2 of 3 horen. Ze gaan over een of meer onderdelen van de fysieke leefomgeving maar hoeven dus niet opgenomen te worden in het omgevingsplan. Deze keuze is aan gemeenten.

TO DO:

• Eventueel verplaatsen naar het nieuwe deel van het omgevingsplan
• De verordeningen kunnen in de overgangsfase nog worden gewijzigd.

Houd wel goed in de gaten of de regel in kwestie door nieuwe inzichten niet toch onder de categorie ‘moet in het omgevingsplan’ komt.

Schulinck Omgevingsrecht