De invloed van een vergoeding voor letselschade
27 maart 2019 Participatiewet
Iedere component heeft zijn eigen invloed op het recht op bijstand van een belanghebbende.
Disclaimer: het gaat in deze infographic niet over schadevergoedingen zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 onder l Participatiewet, maar om schadevergoedingen zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 sub m Participatiewet.
Bekijk deze 3-luik infographic volledig door op de afbeelding te klikken en deze te openen in PDF.
Tekst uit de infographic:
Participatiewet: De invloed van een vergoeding voor letselschade op een algemene bijstandsuitkering
Een vergoeding voor letselschade, bijv. na een auto-ongeluk, bestaat doorgaans uit de volgende 3 componenten: vergoeding van materiële schade, van immateriële schade en compensatie van het verlies aan arbeidsvermogen. Iedere component heeft zijn eigen invloed op het recht op bijstand van een belanghebbende.
Disclaimer: het gaat in deze infographic niet over schadevergoedingen zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 onder l Participatiewet maar om schadevergoedingen zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 sub m Participatiewet.
Compensatie verlies aan arbeidsvermogen
Wat is het?
Een vergoeding voor het verlies aan arbeidsvermogen door de letselschade.
Aanmerken als inkomen of vermogen tijdens bijstandsperiode?
De vergoeding moet worden aangemerkt als inkomen omdat het naar zijn aard overeenkomt met inkomen uit of in verband met arbeid (artikel 32 lid 1 sub a Participatiewet) en worden toegerekend aan de periode waarop die ziet. Dit is van geval tot geval anders, maar bestrijkt vaak de periode van datum ongeval tot bereiken pensioengerechtigde leeftijd.
Vrijlating mogelijk?
Nee, in beginsel wordt bij deze component doorgaans geen toepassing gegeven aan artikel 31 lid 2 sub m Participatiewet.
Immateriële schadevergoeding (smartengeld)
Wat is het?
Een vergoeding voor immateriële schade zoals bijvoorbeeld gederfde levensvreugde door letselschade.
Aanmerken als inkomen of vermogen tijdens bijstandsperiode?
In beginsel als vermogen. Bij een ongeval ontstaat de aanspraak op schadevergoeding op de datum van het ongeval.
Vrijlating mogelijk?
Ja, op grond 31 lid 2 sub m Participatie i.c.m. artikel 34 lid 2 sub e Participatiewet kan smartengeld worden vrijgelaten voor zover dit naar het oordeel van het college, gelet op de bijzondere bestemming en de hoogte hiervan, uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is.
Blijvende schade
Immateriële schadevergoeding ontvangen voor blijvende schade? Dan moet het college kijken naar de statistische levensverwachting van belanghebbende. Het ontvangen bedrag aan immateriële schadevergoeding moet worden gedeeld door het aantal jaren waarin belanghebbende naar verwachting te leven heeft. Vervolgens moet worden beoordeeld of dit bedrag per maand verantwoord is uit oogpunt van bijstandverlening.
Let op!
Het college moet maatwerk leveren bij het bepalen in hoeverre een immateriële schadevergoeding tot de middelen van een belanghebbende wordt gerekend door te kijken naar de individuele omstandigheden van belanghebbende.
Materiële schadevergoeding
Wat is het?
Een vergoeding voor de vervanging van zaken, bijvoorbeeld een nieuwe auto.
Aanmerken als inkomen of vermogen tijdens bijstandsperiode?
Het college dient te onderzoeken welke onderdelen van de materiële schadevergoeding als algemeen gebruikelijk moeten worden beschouwd. Dit wordt niet als vermogen aangemerkt (artikel 34 lid 2 sub a Participatiewet). De rest wordt in beginsel wel aangemerkt als vermogen vanaf de dag dat belanghebbende hier daadwerkelijk over kan beschikken.
Vrijlating mogelijk?
Nee, in beginsel wordt bij deze component doorgaans geen toepassing gegeven aan artikel 31 lid 2 sub m Participatiewet.